Verkeersveiligheid evenwichtig benaderen
“Leeftijd op zichzelf is géén directe indicator voor verkeersvaardigheid”, schrijft voorzitter Leo Bisschops van KBO-Brabant. “Laten we iedereen beoordelen op basis van hun vaardigheden en capaciteiten, niet op basis van hun leeftijd”.
Diverse verkeersdeelnemers
Natuurlijk hebben we ook in het verkeer te maken met de vergrijzing, net als in de rest van onze maatschappij. Dat is een aspect wat onze aandacht verdient. De toename van het aantal oudere verkeersdeelnemers ligt echter veel genuanceerder dan in de krant wordt gesuggereerd. Veel 75-plussers ervaren de manier waarop over dit onderwerp wordt geschreven als stigmatiserend. “Ik kan ze geen ongelijk geven: teksten als ‘ouderen kruipen nog steeds achter het stuur, ‘vijftienhonderd bejaarden naar het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheid) gestuurd’ en ‘ook buurlanden hebben te kampen met ouderen op de weg’ zijn suggestief. Laten we helder zijn: leeftijd op zichzelf is geen directe indicator voor de verkeersveiligheid. Hoewel oudere automobilisten mogelijk fysieke beperkingen kúnnen hebben die hun rijvaardigheid beïnvloeden, rijden oudere bestuurders bewezen heel veilig en verantwoord. Laten we iedereen beoordelen op basis van hun vaardigheden en capaciteiten en niet op basis van hun leeftijd. Scheer niet iedereen over één kam. Dat roept weerstand op. Terecht.
Henk Busker
Bronnen: CROW, Seniorenjournaal
Infrastructuur en gedrag
“Het is van cruciaal belang te investeren in maatregelen die de verkeersveiligheid bevorderen voor álle weggebruikers, ongeacht hun leeftijd. Ik denk daarbij aan het verbeteren van de infrastructuur, maar ook aan strikte controles en strengere handhaving daarvan. Echter dan wel voor álle bestuurders, welke leeftijd ze ook hebben. De focus ligt de laatste tijd op de oudere weggebruiker, maar eerlijk is eerlijk: jonge rijbewijsbezitters veroorzaken statistisch gezien veel meer ongevallen. Zij missen de rijervaring die de ouderen in het verkeer dan weer wél hebben. Daarom pleit ik voor een evenwichtige benadering van het bevorderen van de verkeersveiligheid, waarbij rekening wordt gehouden met de diversiteit van de bestuurders. Tevens moet daarover bedachtzame en eerlijke berichtgeving verspreid worden”, aldus Leo Bisschops.
Leeftijdspremie
De autoverzekeraars doen er nog een schepje bovenop. Ze zijn streng voor de op leeftijd zijnde verkeersdeelnemers. Er zijn allerlei factoren die van invloed zijn op het bedrag dat je maandelijks aan autopremie betaalt. Hoe groot, hoe zwaar jouw bolide ook is. Zowel de jongeren als ouderen betalen in verhouding namelijk fors meer voor hun autoverzekering. Maar dat kan per verzekeraar ook nog eens verschillen. Waar wordt opgelet? Auto-expert Menno Dijcks van Independer legt uit.
“Automobilisten tussen de vierentwintig en vijfenzestig jaar oud behoren, volgens de verzekeraars tot de ‘normale’ groep die nou niet direct automatisch als een risicogroep wordt beschouwd. Voor jongeren en vijfenzestigplussers geldt dit wel. Dat is geen leeftijdsdiscriminatie. Eigenlijk gaat na je vijfenzestigste de autopremie in stapjes omhoog. Veel verzekeraars rekenen voor deze groep een toeslag omdat het risico op schade groter is. Dit doen ze op basis van de bij hen ingediende claims. Dit bedrag loopt na je vijfenzeventigste nog verder op.
Zo betalen vijfentachtigjarigen bij sommige verzekeraars twee keer zoveel als automobilisten van vierentwintig tot vijfenzestig jaar. Verzekeraars kijken daarbij niet alleen naar de letselschade, maar ook naar materiële schade zoals bij ongelukken op een parkeerplaats bijvoorbeeld. Bij sommige verzekeraars geldt een maximumleeftijd. Afhankelijk van de verzekering ligt deze meestal ergens tussen de zeventig en tachtig jaar. De verzekeraars die een maximumleeftijd hanteren zijn hier doorgaans erg streng in”, aldus Menno Dijcks.
Vorige bericht | Terug | Volgend bericht |