Groningers in het buitenland
Groningers die naar het buitenland zijn geëmigreerd, waarom? En hoe bevalt het? Na Sandra in Portugal en Rik in Zwitserland gaan we naar Barbara in Italië.
Hoe kwam Barbara in Italië terecht? Ze vertelt: als klein meisje ging ik met mijn ouders op vakantie naar de Italiaanse Riviera. De liefde voor Italië is toen geboren. Na mijn eindexamen en voor het begin van mijn studie wilde ik als au pair naar het buitenland gaan. Mijn ouders zouden het regelen. En zo kon het gebeuren dat ze mij op een dag vol verwachting aankeken en zeiden: hoe zou je het vinden om drie maanden als au pair naar Rome te gaan? Het leek me geweldig. Drie maanden in het prachtige Rome bij een leuke Nederlands-Italiaanse familie dat een zoontje van drie jaar had. Een maand in de stad Rome, een maand aan zee waar de familie een huis had, en een maand in de bergen waar de familie eveneens een huis had. Afgezien van het zoontje waar ik voor moest zorgen, was het een geweldige tijd.
Tijdens mijn studie kunstgeschiedenis had ik een vriendin die net zo’n Italië fan was als ik, en samen zijn we vaak naar Italië gereisd. Soms geheel onverwachts. Zoals die middag toen we op een terrasje zaten, te klagen over een aankomend tentamen, en één van ons zei: ach, zaten we nu maar in Italië... Ja, beaamde de ander, was dat maar zo. En. Waarom ook niet? De volgende dag zaten we in Sicilië.
Barbara Rodermond
Tijdens onze studietijd gingen we op excursie naar Italië. Naar Siena, Florence en Rome. Vakkundig begeleid door o.a. Prof. Henk van Os. Maar daar waar medestudenten ’s avonds de gebeurtenissen van de dag analyseerden, gingen wij op stap met de plaatselijke Italiaanse jeugd, en spaghetti koken om 12 uur ’s nachts.
En tijdens één van de reizen naar Italië gebeurde het onvermijdelijke: de grote liefde, een Italiaan, uitgerekend in Rome. Een vakantieliefde die me in
eerste instantie drie maanden naar Rome bracht. Drie maanden werden een jaar, vijf jaar, tien jaar, de tijd vloog voorbij.
In de jaren daarop hebben mijn ouders en vooral mijn moeder -tig maal verzucht: ‘hadden we dat kind maar nooit naar Rome laten gaan.’
In een stad als Rome is het met de uitgebreide talenkennis waar ik over beschik gemakkelijk werk te vinden dat ook nog eens leuk is, voornamelijk in de toeristische sector. Maar ook heb ik als vertaalster, tolk, en zelfs als docent Engels en Duits gewerkt. En op het Ministerie van Buitenlandse Zaken heb ik enkele interessante jaren doorgebracht.
Nederland, vergeleken met Italië, kwam er maar bekaaid vanaf, was mijn gedachte tijdens de eerste jaren van mijn verblijf in Italië.
Maar zoals iedereen die langere tijd in Italië heeft gewoond weet, ondervond ook ik dat niet alles rozengeur en maneschijn was wat de klok sloeg. De keerzijde van de medaille omvatte onder meer een uiterst traag werkend overheidsapparaat. Waardoor ook zaken van alle dag beïnvloed werden. En het was van het grootste belang de juiste ‘contatti’ te hebben, de juiste mensen te kennen om te bereiken wat nodig was. Zonder dat was het vaak onmogelijk dingen voor elkaar te krijgen. Vaak was dat geen probleem, kon iemand niet direct helpen, dan was er wel een neef van een tante die iemand kende die….etc. En zo kon het probleem worden opgelost.
En als je dan na een jarenlang verblijf Italië en Nederland vergelijkt, is het verschil niet zo groot, in die zin dat beide landen op verschillende gebieden voor- en tegens hebben.
Tientallen jaren, vanaf 1984, heb ik in Rome gewoond. Wel ben ik tijdens mijn verblijf zeer regelmatig terug geweest in Nederland. In 2019 ben ik vanwege familieomstandigheden voorgoed naar Nederland teruggekeerd, in tegenstelling tot Sandra in Portugal en Rik in Zwitserland. Onlangs ben ik voor het eerst na een verblijf van vijf jaar in Nederland weer in Rome geweest. De magie van Rome ‘la città eterna’, de eeuwige stad, was zo vertrouwd, de vitaliteit die in de lucht hangt, het warme licht en de levendigheid van de mensen waren onveranderd en mijn levenslange vriendschappen hadden niets aan waarde ingeboet. En de zon straalde. Er staat nu in elk geval één jaarlijks bezoek op het programma. Minstens.
Vorige bericht | Terug | Volgend bericht |