Fietsers en hun gedrag
Bewerkt door Henk Busker
In de loop der tijd heb ik verschillende leuke, minder leuke situaties meegemaakt waarbij fietsers betrokken waren. Dan bedoel ik niet alleen de aanrijdingen, de ongelukken (eenzijdig of niet), maar ook bij het gedrag van de verkeersdeelnemers op tweewielers, driewielers, ligfietsen en andere duurzame vervoersmiddelen zonder een échte motor. Zelf ben ik nu anderhalf jaar een driewielfietser daar ik een fysieke beperking heb. Daarom niet getreurd: ik kan dankzij dit verkeersmiddel weer op plekken komen waar ik vroeger ook al kwam. Je wereld wordt door het fietsen weer groter en de geraniums……….daar kan ik altijd nog achter gaan zitten.
Een opvallend gegeven is wél dat het gedrag van de mensen die een fiets besturen erg verschillend is. Een rood licht is voor de meesten wel een teken om te stoppen, maar zodra het licht naar oranje springt en vervolgens op rood, houd je je hart soms vast. Zeker bij de kruispunten waar alle fietsers van links en rechts, voor en achter je tegelijk een groot kruispunt kunnen en willen oversteken. Het krioelt door elkaar en wonder boven wonder gaat dat vaak goed. Daar wordt, meestal, rekening met elkaar gehouden. Als het dan toch fout gaat denk ik wel eens: hoe kan dat nou!
Bron: Gemeente Groningen
Bewerkt door Henk Busker
OPZIJ, OPZIJ, OPZIJ, ik heb vreselijke haast
Natuurlijk! De maatschappij is haastig (geworden), maar daar zou je je op aan kunnen passen. Echter, is zie op bepaalde tijden van de dag fietsen rijden die bijna niet meer op dergelijke voertuigen lijken. U kent ze vast wel: fatbike, ligfiets, pedelic, racefiets, bakfiets en elektrische fietsen. De fietsers kunnen verschillende snelheden ontwikkelen waardoor het fout gaat. Als het gedrag dan óók niet passend is kun je erop rekenen dat op het kruispunt de grond “gekust” wordt. Met alle gevolgen vandien.
Categorieën
Verschillende typen fietsers hebben verschillende behoeften. We besteden in het werkplan van Groningen (IEDEREEN OP DE FIETS; werkplan fiets 2024-2027) bewust aandacht aan deze verschillen per type fietser, omdat de aanpak kan verschillen. We onderscheiden in dit werkplan acht typen fietsers:
- Doelgerichte fietsers
- Kinderen en scholieren (en hun ouders)
- Oudere fietsers
- Recreatieve fietsers
- Sportieve fietsers
- Logistieke fietsers
- Nog-niet-fietsers
- Fietsers op een aangepaste fiets
Elke inwoner kan uiteraard verschillende typen fietser zijn: bijvoorbeeld op doordeweekse dagen doelgericht naar het werk en in het weekend maak je een recreatieve ronde met het gezin.
Alle verschillende typen fietsers kunnen ook weer gebruik maken van verschillende typen fietsen. In dit plan richten we ons nadrukkelijk alleen op die ‘fietsen’ waarvoor je je actief moet inzetten om vooruit te komen. Dat betekent dat uiteraard de vertrouwde stadsfiets en de elektrische fiets tot de fietsfamilie behoren, maar ook bijvoorbeeld een speed pedelec, fatbike, racefiets, bakfiets, ligfiets of aangepaste fiets. Brom- en snorfietsen, die soms ook gebruik maken van het fietspad – maken nadrukkelijk geen onderdeel uit van de fietsfamilie en dus ook niet van dit werkplan. Wel blijven we scherp op de negatieve effecten die andere gebruikers van het fietspad kunnen hebben op de fietsers; we hebben aangehaakt bij landelijke discussies die hierover lopen.
Om de inwoners van Groningen te stimuleren vaker de fiets te nemen, is het nodig dat de basis op orde is. Voor alle doelgroepen geldt:
- Ze moeten willen fietsen.
- Ze moeten een fiets hebben.
- Ze moeten vaardig genoeg zijn om veilig aan het verkeer deel te nemen.
- Ze kunnen gebruik maken van een goed, veilig en toegankelijk fietsnetwerk, zodat ze veilig en comfortabel kunnen fietsen.
- Het fietsnetwerk moet goed onderhouden worden, zodat het comfort wordt gewaarborgd.
- Ze willen hun fiets thuis en bij hun bestemming kunnen stallen; voor verschillende typen fietsen gelden verschillende wensen.
- Ze willen hun fiets kunnen repareren of tijdelijk kunnen vervangen indien nodig.
- Ze willen zo weinig mogelijk hinder ervaren van autoverkeer.
Er zijn voor elke type fietser ook specifieke voorwaarden. Die worden hier onder nader toegelicht. We focussen in dit werkplan vooral op de doelgroep 'doelgerichte fietsers', 'kinderen en scholieren (en hun ouders)', 'oudere fietsers', 'recreatieve fietsers', 'nog-niet-fietsers' en 'fietsers op een aangepaste fiets'. Dit zijn - met uitzondering van de 'fietsers op een aangepaste fiets' - de doelgroepen die het grootste in omvang zijn. De doelgroep 'fietsers op een aangepaste fiets' is kleiner van omvang, maar dit is een groep waar we dit werkplan specifieke aandacht voor hebben.
Doelgerichte fietsers
Onder de doelgerichte fietser passen vier sub-doelgroepen:
- Forens: fietsers die van huis naar werk fietsen en andersom
- Combi-forens: de forens die een deel van de reis met de fiets maakt en een ander deel met een ander vervoermiddel (bijvoorbeeld het Openbaar Vervoer)
- Op de fiets van A naar B in je vrije tijd: bijvoorbeeld om een boodschap te halen, naar de sportclub, naar vrienden of familie of naar een museum.
- Scholieren/studenten: fietsers die naar school fietsen. Denk hierbij vooral aan fietsers vanaf de middelbare school.
De afstand die doelgerichte fietsers in de provincie Groningen bereid zijn om te fietsen naar hun dagelijkse bestemming varieert sterk: 29% is bereid maximaal 5 kilometer te fietsen, 23% 5 tot 8 kilometer, 33% 8 tot 15 kilometer en 7% meer dan 15 kilometer. De elektrische fiets en speed pedelec winnen steeds verder terrein, waardoor naar verwachting de acceptabele afstanden iets worden vergroot in de loop van de jaren.
In 2022 was ongeveer 4% van alle verplaatsingen in Nederland een ketenreis waarbij het Openbaar Vervoer een centrale rol13] vervult. Bij een verplaatsing met de trein als hoofdvervoerwijze gebruiken Groningers in ongeveer 49% van de gevallen de fiets in het voor- of natransport aan de woningzijde. De fiets speelt een veel kleinere rol in het voortransport van de bus: ongeveer 20% van de Groningers gebruikt dan de fiets. In het natransport van het Openbaar Vervoer is het aandeel van de fiets lager (19%) omdat Groningers dan minder vaak een fiets ter beschikking hebben.
De doelgerichte fietser wordt geholpen door:
- Snelle, comfortabele, veilige en herkenbare fietsroutes van woonkernen naar werkgebieden en OV-knooppunten.
- Toegang tot een snelle, comfortabele en veilige fiets.
- Zo min mogelijk oponthoud bij kruispunten, dus zo min mogelijk verkeerslichten en zo veel mogelijk voorrang.
- Het gebruik kunnen maken van de fiets in de keten. Hierbij past het faciliteren van de overstap van fiets → OV, fiets → auto, en vice versa. Hierbij hoort betrouwbare en tijdige informatie over beschikbaarheid van veilige stallingsmogelijkheden, deelfietsen en fietskluizen op overstaplocaties zoals treinstations.
- Informatie over vergoedingen en stimuleringsmaatregelen van bijvoorbeeld werkgevers over fietsgebruik voor de woon-werk rit.
- Aanschaf van een leasefiets, eventueel in combinatie met een leaseauto of OV-abonnement.
- Voorzieningen om je op te frissen, bagage veilig achter te laten, natte kleding te laten drogen, je fiets te repareren en je elektrische fiets op te laden.
Niet elke doelgerichte fietser heeft dezelfde snelheid; ze maken gebruik van verschillende typen fietsen. Naast de reguliere fietsen zijn er elektrische fietsen (tot 25km/u) en speed pedelecs (tot 45km/u), waarmee het makkelijker is om een langere afstand af te leggen. We kijken hierdoor ook naar afstanden van meer dan 15 kilometer die binnen bereik komen. Bij de inrichting van ons fietsnetwerk houden we rekening met deze hogere snelheden (bijvoorbeeld ten aanzien van de breedte) en de kansen die de snellere fietsen bieden om een groter gebied te ontsluiten met de fiets.
Kinderen en scholieren (en hun ouders)
Jong geleerd is oud gedaan. Dat geldt zeker voor fietsen. Fietsen biedt vrijheid: zelfstandig naar school, vrienden en de sportclub. Veel fietsen zorgt voor een positieve bijdrage aan het geluk van Nederlandse kinderen. Daarnaast weten we dat hoe jonger een gewoonte zoals fietsen is aangeleerd, hoe makkelijker het is om die gewoonte te behouden of later weer op te pakken. Kinderen en scholieren (en hun ouders) is de doelgroep in de basisschoolleeftijd en daarvoor.
Kinderen leren op steeds latere leeftijd fietsen. In 2021 was een kind in Nederland gemiddeld 7 jaar toen het kon fietsen. De leeftijd waarop een kind kan fietsen, stijgt steeds verder. Het is juist belangrijk dat kinderen jong leren fietsen. Hoe jonger kinderen in aanraking komen met de fiets, hoe vaardiger ze worden. Dit is belangrijk voor de verkeersveiligheid, het geeft kinderen het vertrouwen vaker de fiets te pakken en het behoud onze gezonde Nederlandse fietscultuur.
Bij deelnemen aan het verkeer horen ook risico's. Ouders zijn geneigd kinderen vanwege veiligheid en comfort met de auto naar school, sport en vrienden te brengen. Dit terwijl zo jong mogelijk zelf leren fietsen bijdraagt aan de fietsvaardigheid en het verkeersinzicht van kinderen.
De elektrische fiets is inmiddels ook ontdekt door de jeugd en is een schoner en gezonder alternatief voor de scooter. Elektrische fietsen zorgen er bovendien voor dat scholen met een regiofunctie makkelijker met de fiets te bereiken zijn. Als de elektrische fiets in de plaats komt van een reguliere fiets heeft dit echter een negatief effect op voornamelijk de gezondheid en de verkeersveiligheid.
Kinderen en scholieren die (willen) fietsen worden geholpen door:
- Kinderen zo jong mogelijk leren fietsen, waarbij begonnen kan worden met loopfietsjes.
- Kinderen zo jong mogelijk zelf laten fietsen, eventueel onder begeleiding van hun ouders of verzorgers.
- Stimuleringsmaatregelen voor het halen en brengen van jonge kinderen met de fiets.
- Aanbieden van (praktijkgerichte) verkeerseducatie met een focus op veilig fietsen.
- Een veilige schoolomgeving met (overdekte) fietsenstallingen en minder prominente parkeervoorzieningen voor auto's nabij scholen en verenigingen.
- Goede fietsvoorzieningen op belangrijkste routes naar de scholen.
- Promotie van de fiets boven gebruik van de auto en het OV. ?
- Beschikbaarheid van een fiets voor verplaatsingen tussen verschillende onderwijslocaties.
Oudere fietsers
Dankzij de komst van elektrische fietsen is het gemakkelijker om ook op oudere leeftijd door te blijven fietsen en hierbij grotere afstanden af te leggen. Het aantal ouderen dat gebruik maakt van de fiets stijgt de afgelopen jaren sterk. Het is goed voor de gezondheid om ook op latere leeftijd zoveel mogelijk te blijven bewegen. Fysiek, maar ook mentaal is het belangrijk dat ouderen op de fiets kunnen genieten van de natuur en hun sociale contacten kunnen onderhouden. Ouderen die ondanks hun toenemende leeftijd toch doorgaan met fietsen noemen we doortrappers. Naast de positieve effecten van fietsen op latere leeftijd, brengt het ook risico's met zich mee. Ouderen zijn namelijk kwetsbaar in het verkeer.
Ouderen die willen fietsen worden geholpen door:
- Vergevingsgezinde fietspaden zoals bermverharding, zichtbare kantlijnen, brede fietspaden en het verwijderen van paaltjes waardoor de kans op eenzijdige ongevallen afneemt.
- Faciliteiten bij pauzelocaties, zoals laadpunten voor de elektrische fiets, bankjes, toiletten en horeca langs een fietsroute.
- Vaardigheden op te doen om gebruik te maken van elektrische fietsen door bijvoorbeeld een praktijk dag zodat ouderen veilig blijven fietsen.
- Te werken aan hun zelfvertrouwen om zelfstandig door te kunnen blijven fietsen. Bijvoorbeeld door beweegoefeningen en vaardigheden te trainen.
- Kennis te laten maken met verschillende typen fietsen, zoals reguliere fietsen met een lage instap, elektrische fietsen en driewielfietsen.
- Het stimuleren en normaliseren van helmgebruik.
Recreatieve fietsers
De recreatieve fietser stapt in de vrije tijd, alleen of samen met familie en/of vrienden, op de fiets en geniet van onze mooie provincie. Een groot deel van de Groningers (43%) maakt minimaal 1x per week een recreatieve fietstocht. De gemiddelde lengte van een recreatieve fietstocht in onze provincie is 18,3 kilometer. Bijna een kwart gebruikt minstens 1x per jaar het fietsknooppuntennetwerk, 5% gebruikt dit maandelijks. De inwoners van de provincie Groningen beoordelen het fietsknooppuntennetwerk met een 7,9
Recreatieve fietsers worden geholpen door:
- Een aantrekkelijk en kwalitatief hoogwaardig land-dekkend routenetwerk en langeafstandsroutes die goed bewegwijzerd zijn. In het geval van de provincie Groningen zijn ook de recreatieve fietsroutes van en naar Drenthe en Fryslân en van en naar Duitsland van groot belang.
- Het tegengaan van (tijdelijke) onderbrekingen van dit netwerk als gevolg van werkzaamheden.
- Recreatieve fietsroutes van voldoende kwaliteit, waaronder comfort, toegankelijkheid en veiligheid.
- Goede opstap- of pauzelocaties. Denk hierbij aan toeristische overstappunten, Hubs bezienswaardigheden of bankjes.
- Recreatief aanbod langs de routes, naast service en diensten relevant voor fietsers. Denk hierbij aan horeca, toiletten, cultuur en natuur.
- Goede bewegwijzering
- Vindbaarheid van routes en routestructuren.
Als u bovenstaande heeft gelezen heeft u misschien een beetje het idee wat er allemaal bij komt kijken om het alle fietsers naar de zin te kunnen maken. Veel hangt natuurlijk óók af van het gedrag van de verkeersdeelnemers.
Nu zijn hier maar vier van de acht type-fietsers genoemd en de situaties beschreven. Het voert te ver om het hele werkplan (IEDEREEN OP DE FIETS: Werkplan fiets 2024-2027) op te voeren. Mocht u tóch geïnteresseerd zijn in het verdere fietsplan van de gemeente Groningen dan kunt u googelen op: IEDEREEN OP DE FIETS.
Vorige bericht | Terug | Volgend bericht |