Active Aging

Active Aging

Meer kijken naar mógelijkheden

Werken in de ouderenzorg: zet innovatie en zelfredzaamheid centraal

 

En nu?

Toen ik na mijn operatie in maart 2023 op de zaal van neurologie terecht kwam, dacht ik maar aan één ding: zo snel mogelijk weer op de been komen. Elke dag heel veel oefenen. Eerst met verplegend personeel aan mijn zijde en later veel meer alleen. “Ik heb nog nooit iemand zó veel zien lopen op de gang met een rollator”, liet een medewerker van het revalidatiecentrum zich ontvallen. “Er staan nog nét geen sporen in de gangen van het lopen achter de mobiel”.

Innovatie

Tijdens het ontbijt keek ik soms mijn ogen uit toen ik een dame zag, zich voortbewegend in een aangepaste rolstoel, die een plakje brood smeerde. Dat ging niet zo gemakkelijk. Ze toverde een soort bordje/plankje tevoorschijn waarop aan de bovenkant een rij kleine, plastic pennetjes aangebracht waren en datzelfde gold ook voor een van de zijkanten van het bordje. Het plakje brood werd erop gelegd en wat schetste mijn verbazing: het bleef tijdens het smeren van het beleg keurig liggen. Zij kon in alle rust haar broodje smeren. Een hoop irritatie was verdwenen.

Bron: seniorenjournaal / Vilans                                 

Auteur: Sigrid Starremans

Handig

Dat er in de loop meer ouderen komen lijdt geen twijfel, maar om daar op in te springen is nog wel even iets anders. Maar de ouderen kunnen nog heel veel zelf ondernemen met of zonder hulp.

De ouderenzorg hoeft niet te verschralen als je de zorg anders organiseert en medewerkers op een andere manier gaan werken. Dat is de mening van Heleen van Nispen, bestuurder bij Groenhuysen. Zij spreekt erover op het komende Skipr-congres over transitie in de zorg.

Van Nispen is vanuit Groenhuysen verantwoordelijk voor de transitie die de (ouderen)zorg de komende jaren moet maken om toegankelijk te blijven en aan te sluiten bij een veranderende zorgvraag. “De krapte op de arbeidsmarkt is natuurlijk een belangrijke hefboom daarbij”, licht ze toe. “Daarnaast sluiten de fundamenten waarop we de ouderenzorg hebben gebouwd niet meer aan bij de vraag van ouderen. De meeste ouderen willen zo lang mogelijk zelfstandig thuis wonen en autonoom zijn. Te veel personele inzet en financiën gaan nu naar ziekte, zorg en behandeling. Terwijl de componenten die nog belangrijker zijn meer zitten in: wat kunnen mensen, en hun naasten, zelf? Hoe houd je mensen zo lang mogelijk actief en stimuleer je aansluitend gedrag daarbij? En hoe zorg je ervoor dat mensen verbonden blijven met de maatschappij?”

 

Opleiding Active Aging

Ervoor zorgen dat ouderen meer zelfredzaam worden, is in de toekomst een (nog) belangrijke(re) taak van zorgmedewerkers. En dat betekent op medewerkersniveau echt wel een verandering. Van Nispen: “Onze medewerkers hebben een zorghart en nemen graag veel over van cliënten. Bij Groenhuysen stimuleren we nu dat medewerkers cliënten met de ‘handen op de rug’ ondersteunen en ervoor zorgen dat ze zo veel mogelijk zelf doen.”
Sinds kort volgen enkele zorgmedewerkers ook de nieuwe opleiding Active Aging. “Daar leren ze om meer te kijken naar de mogelijkheden in plaats van naar de beperkingen van cliënten.”

 

Inzet technologie

Deze aanpak verhoogt de kwaliteit van leven van cliënten, meent Van Nispen. “Bovendien kunnen we ons schaarse personeel effectiever inzetten.” Ook versnelde opschaling van zorgtechnologie en innovatie dragen hieraan bij. Zo werkt Groenhuysen met de Zorgcentrale waarmee oproepen van cliënten 24/7 afgevangen worden. “Je moest eens weten hoe vaak die pieper van personeel afgaat”, vertelt Van Nispen. “En heel vaak is het eigenlijk niet nodig om er heen te gaan. De medewerkers van de zorgcentrale kijken nu op afstand mee en beoordelen hoe urgent de oproep is.”

Een ander voorbeeld van de inzet van technologie is robotisering van de toiletgang. Van Nispen: “We hebben al een Japans toilet. We bekijken nu met het Care Innovation Center (CIC), het bedrijfsleven en collega-organisaties hoe we het opstaan en het optrekken van de broek van de cliënt, ook door robots kunnen laten doen. Deze innovatie draagt bij aan de autonomie van cliënten maar ook aan het werkplezier van medewerkers.”

 

Versnellingsaanpak

De nieuwe werkwijzen worden samen met de medewerkers ontwikkeld. “Daar komen mooie dingen uit, maar deze aanpak vraagt wel om tijd die we niet hebben” vertelt Van Nispen. “Daarom gaan we in een intensief traject van twaalf weken op locatieniveau versneld de belangrijkste interventies met de direct betrokkenen implementeren. Zo geven we de transitie, vanuit anders denken en doen, een enorme impuls. Waarschijnlijk is deze aanpak vrij uniek.”

                                                                  

Vorige bericht Terug Volgend bericht